Een op het lichtnet (wisselstroom) aangesloten hulpmiddel voor het detecteren van luchtbellen en/of schuim in bloed dat vanuit het extracorporele circuit van een hart-longmachine naar het lichaam wordt teruggevoerd. Het kan de luchtbellen/het schuim detecteren met ultrasone sensoren (door veranderingen in akoestische dichtheid te detecteren) of minder vaak met foto-elektrische sensoren (bv. een fotocel). Het hulpmiddel bestaat meestal uit een regeleenheid en een sensor; het stelt meestal alarmen in werking en activeert geautomatiseerde mechanismen om de bloedstroom uit te schakelen wanneer er een luchtbel voorkomt. Het is doorgaans een integraal onderdeel van de hart-longmachine. |