Een elektrocardiograaf (een apparaat voor het maken van een ecg) gebruikt voor de registratie van veranderingen in de grootte en richting (vector) van de elektrische potentialen in een volledige hartcyclus. In sommige typen worden de elektrische signalen op een oscilloscoopscherm getoond als een lus die de een weergave is van de tweedimensionale projectie van de top van alle momentane elektrocardiografische vectoren. De grafische weergave (een vectorcardiogram) is doorgaans een foto van de lus. Een vectorcardiogram kan ook met computertechnieken en grafische plotters uit elektrocardiografische signalen worden samengesteld. Dit hulpmiddel wordt gebruikt voor de diagnosticering van een abnormale toestand en ziektetoestand van het hart. |