Neurotransmitter die de bloedstolling in de bloedvaten en het samentrekken van de bloedvatwanden bevordert; in het spijsverteringskanaal bevordert het de spiersamentrekkingen van de darmwand en remt het de afgifte van maagzuur; verder heeft het grote effecten in het centrale zenuwstelsel en op het gedrag. |