O30-O48 Indicaties voor zorg bij moeder verband houdend met foetus en amnionholte en mogelijke bevallingsproblemen
|
O36 Indicaties voor zorg bij moeder wegens overige bekende of vermoede foetale problemen
Inclusie
vermelde foetale problemen als reden voor observatie, hospitalisatie en overige obstetrische zorg of voor beƫindiging van zwangerschap
Exclusie
bevalling gecompliceerd door foetale nood [distress] (
O68.-
)
placentaire-transfusiesyndromen (
O43.0
)
|
O36.0 Rhesus iso-immunisatie als indicatie voor zorg bij moeder
O36.1 Overige vormen van iso-immunisatie als indicatie voor zorg bij moeder
O36.2 Hydrops foetalis als indicatie voor zorg bij moeder
O36.3 Tekenen van foetale hypoxie als indicatie voor zorg bij moeder
O36.4 Intra-uteriene vruchtdood als indicatie voor zorg bij moeder
O36.5 Slechte groei van foetus als indicatie voor zorg bij moeder
O36.6 Excessieve groei van foetus als indicatie voor zorg bij moeder
O36.7 Abdominale zwangerschap met levensvatbare foetus als indicatie voor zorg bij moeder
O36.8 Overige gespecificeerde foetale problemen als indicatie voor zorg bij moeder
O36.9 Foetaal probleem, niet gespecificeerd, als indicatie voor zorg bij moeder