Dit zijn hoofdzakelijk geaccentueerde vormen van het normale ontwikkelingsverloop en geen verschijnselen die in kwalitatief opzicht op zichzelf abnormaal zijn. De diagnostische sleutel om het verschil te bepalen tussen de emotionele stoornissen met een specifiek begin op kinderleeftijd (F93.-) en de neurotische stoornissen (
F40-
F48) wordt gevormd door het feit dat de stoornissen al dan niet passen bij de ontwikkeling.