De stoornissen onder
F80-
F89 hebben gemeen: a) een onveranderlijk begin in de (vroege) kindertijd; b) een stoornis of vertraging van de ontwikkeling van functies die sterk zijn verbonden met de biologische rijping van het centraal zenuwstelsel; en c) een stabiel verloop zonder remissie en opleving. In de meeste gevallen omvatten de getroffen functies die van de taalbeheersing, visueel-ruimtelijke vaardigheden en motorische coördinatie. Doorgaans is de vertraging of stoornis aanwezig geweest vanaf het moment dat deze betrouwbaar kon worden vastgesteld en zal deze geleidelijk afnemen naarmate de kinderen ouder worden hoewel er op volwassen leeftijd dikwijls geringe defecten blijven bestaan.