Een toestand die volgt op de toediening van een psychoactief middel dat leidt tot verstoringen van bewustzijnsniveau, cognitie, waarneming, affect of gedrag of andere psychofysiologische functies en reacties. De ontregelingen zijn direct gerelateerd aan de acute farmacologische effecten van het middel en verdwijnen met de tijd, met volledig herstel, behoudens waar weefselschade of andere complicaties zijn ontstaan. Complicaties kunnen trauma, aspiratie van braaksel, delirium, coma, convulsies en andere medische complicaties omvatten. De aard van deze complicaties is afhankelijk van de farmacologische klasse van het middel en de wijze van toediening.