Assisteren van gezinsleden en andere personen bij het leren, communiceren, zelfverzorging, mobiliteit binnen of buitenshuis; betrokken zijn bij het welbevinden van gezinsleden en anderen.
inclusie
assisteren van andere personen bij zelfverzorging; assisteren van andere personen bij voortbewegen; assisteren van andere personen bij communicatie; assisteren van andere personen bij tussenmenselijke relaties; assisteren van andere personen bij voeding; assisteren van andere personen bij handhaven gezondheid