gezichtsscherpte (binoculaire en monoculaire bij vertezien en dichtbij zien), gezichtsveld, en kwaliteit van visus (lichtgevoeligheid, kleurenzien, contrastgevoeligheid, beeldkwaliteit); stoornissen zoals bij myopia, hypermetropia, astigmatisme, hemianopia, kleurenblindheid, koker zien, centraal en perifeer scotoom, diplopie, nachtblindheid en adaptatie aan licht