D ACTIVITEITEN EN PARTICIPATIE

definitie

Activiteiten zijn onderdelen van iemands handelen.
Participatie is iemands deelname aan het maatschappelijk leven.
Beperkingen zijn de moeilijkheden die iemand heeft met het uitvoeren van activiteiten.
Participatieproblemen zijn problemen die iemand heeft met het deelnemen aan het maatschappelijk leven.

note

Typeringen:
De domeinen van de componenten van activiteiten en participatie zijn aangegeven in één lijst die alle levensgebieden omvat (van het basale leren en gadeslaan tot en met complexe gebieden zoals sociale taken). Met deze lijst kunnen activiteiten (a), participatie (p), of beide worden geklasseerd.
De twee typeringen voor activiteiten en participatie betreffen de uitvoering en het vermogen.
Met de typering uitvoering kan worden geklasseerd wat iemand in de eigen omgeving doet. Omdat de eigen omgeving een sociale context inhoudt kan uitvoering ook worden opgevat als 'deelname aan het maatschappelijk leven', of als 'beleefde ervaring' van personen in de context van de eigen omgeving. Deze context bevat de externe factoren -alle aspecten van de fysieke en sociale omgeving (inclusief gewoonten) die kunnen worden geklasseerd via de lijst externe factoren.
Met de typering vermogen kan worden geklasseerd of iemand een taak of activiteit wel of niet kan uitvoeren. Met deze typering kan het optimale niveau van iemands functioneren in een gegeven domein op een gegeven tijdstip worden geklasseerd. Het vermogen wordt in een uniforme of standaard omgeving gemeten. De lijst externe factoren kan worden gebruikt om de eigenschappen van deze uniforme of standaardomgeving te beschrijven.
De typeringen vermogen en uitvoering kunnen worden toegepast wanneer iemand al dan niet gebruik maakt van hulpmiddelen of van hulp door een ander. Daarbij wordt de volgende schaal gebruikt:
Om het kwantificeren van de typering op een uniforme manier uit te voeren moeten meetprocedures worden ontwikkeld door middel van onderzoek. Er zijn ruime grenzen in de percentages gegeven voor de gevallen waarin gekalibreerde meetinstrumenten of andere standaarden beschikbaar zijn om het participatieprobleem of de beperking te kwantificeren. Als bijvoorbeeld 'geen beperking/participatieprobleem' of 'volledige beperking/participatieprobleem' is gecodeerd, dan heeft de schaal een afwijking van maximaal 5%. Een 'Matige beperking/ participatieprobleem' reikt niet verder dan halverwege de schaal. De percentages moeten in de verschillende domeinen worden uitgedrukt in percentielen van de standaardbevolking.
Dit hoofdstuk betreft de algemene aspecten van het uitvoeren van enkelvoudige of meervoudige taken, de dagelijkse routinehandelingen en het omgaan met stress. Deze items kunnen worden gebruikt tezamen met meer specifieke taken of activiteiten om onderliggende eigenschappen bij het uitvoeren van taken onder verschillende omstandigheden te duiden

editorial

Deze vorm van presentatie: één lijst met levensgebieden waarmee zowel activiteiten als participatie kunnen worden geklasseerd is de keuze van de WHO. Het Nederlands WHO FIC Collaborating Centre verwacht dat in toepassingen al dan niet overlappende deelclassificaties van activiteiten en van participatie zullen worden gebruikt, zoals in bijlage 3 is aangegeven.
Door de WHO wordt aangegeven dat uitvoering (in de eigen omgeving) kan worden opgevat als 'deelname aan het maatschappelijk leven', dus als participatie. In Tabel 2 wordt dit als enige mogelijkheid aangegeven. In voetnoot 15 bij paragraaf 4.2.2 van de inleiding wordt door de WHO aangegeven dat er ook andere opvattingen over participatie zijn, zoals 'het deelnemen aan, deel hebben in, mee kunnen/mogen doen aan, geaccepteerd zijn, gebruik kunnen maken van ...' etc. Het Nederlands WHO FIC Collaborating Centre verwacht dat in toepassingen waarin activiteiten en participatie van elkaar worden onderscheiden de deelname aan met een 5de typering of anderszins wordt gecodeerd (zie Bijlage 2.4.3).

|